Gepost door: Johan van Veen | 9 november 2010

De Matthäus-Passion opnieuw vertaald

Toen ik eerder dit jaar een recensie moest schrijven van een CD-opname van Bachs Matthäus-Passion in een Engelse vertaling, raadpleegde ik het boek De passies van Johann Sebastian Bach van Hans Brandts Buys, dat in 1950 verscheen. Daarin schrijft hij dat Nederland, behalve Duitsland uiteraard, het enige land ter wereld was – in zijn tijd in elk geval – waar Bachs Passies in de oorspronkelijke taal werden uitgevoerd. Dat was nieuw voor mij: kennelijk was het lange tijd elders heel gewoon de passies in een vertaling te zingen. Sinds de tijd dat het boek verscheen is veel veranderd, vooral onder invloed van de historische uitvoeringspraktijk. In allerlei landen worden de Passies nu ook in het Duits uitgevoerd. Maar de gewoonte een vertaling te gebruiken, bestaat kennelijk nog steeds, gezien de uitvoering uit 2009 die ik moest recenseren.

In Nederland is ooit geprobeerd een Nederlandse vertaling ingang te doen vinden. In 1948 maakte Jan Engelsman er één, in opdracht van de Nederlandse regering zelfs. Het argument was dat als gevolg van de Tweede Wereldoorlog zoveel weerzin tegen de Duitse taal bestond dat een uitvoering van de oorspronkelijke tekst niet goed meer mogelijk was. Deze vertaling heeft geen school gemaakt. Misschien was die ook toen al niet geweldig, maar zeker nu zou deze vertaling wel eens minder begrijpelijk kunnen zijn dan het Duitse origineel.

Een aantal jaren geleden werd een nieuwe Nederlandse versie gepresenteerd, van de zichzelf dichter noemende Jan Rot. De term ‘vertaling’ is daarop niet van toepassing; zelfs het woord ‘hertaling’ is nog teveel eer. Rot heeft het origineel grotendeels genegeerd en een nieuwe, oorspronkelijke tekst geschreven, waarvan alleen de vorm nog aan het origineel herinnert. Ook de inhoud van de door Bach gebruikte tekst is verdwenen en daarmee ook zijn theologische intentie. Als Nederlandse vertaling van Bachs Matthäus-Passion kan deze verminking niet gelden. Van enig respect voor de intenties van Bach is ook geen sprake en daarom kan dit wanproduct niet serieus genomen worden. De musici die zich desondanks aan een uitvoering van dit ‘werk’ hebben gewaagd, hebben daarmee zichzelf gecompromitteerd.

De dichteres Ria Borkent heeft een nieuwe poging ondernomen de tekst van de Matthäus-Passion in het Nederlands te vertalen. Ze deed dat in opdracht van het Christelijk Literatuur Overleg (CLO), dat in april volgend jaar in het Amsterdamse Concertgebouw zijn vijftienjarig bestaan viert. Ter gelegenheid daarvan zal Bachs Matthäus-Passion in de vertaling van Borkent worden uitgevoerd door het Holland Boys Choir onder leiding van Pieter Jan Leusink. De televisieregistratie daarvan wordt op Goede Vrijdag 2011 door de Evangelische Omroep uitgezonden.

Ria Borkent is een bekend dichteres van kerkliederen en heeft al eerder Duitse teksten ‘hertaald’. Uit een artikel in het Nederlands Dagblad van 8 november blijkt dat Borkent zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst wilde blijven. “De Lutherse bevindelijkheid uit Bachs tijd heeft Borkent niet weggepoetst. ‘Woorden als ‘Lieve Jezus’ kun je laten staan, die komen ook in Opwekkingsliederen voor. Je ‘hart als offerschaal’ kan ook, maar ik heb van ‘Komm, süßes Kreuz’ toch maar ‘Kom, reddend Kruis’ gemaakt'”. Dit laat al direct zien voor welke problemen een vertaler zich gesteld ziet. “Borkent wil dat haar nieuwe tekst helemaal vanzelf klinkt.” Dat is natuurlijk het ideaal van elke vertaler van literaire teksten: je moet eigenlijk niet kunnen zien dat het om een vertaling gaat. Maar bij een op muziek gezette tekst is dat vrijwel onmogelijk zonder soms drastische ingrepen. Er bestaat immers een nauwe relatie tussen tekst en muziek. Hoe dichter de vertaler, ten behoeve van de muziek, bij de originele tekst blijft, hoe groter de kans is dat de vertaling tekstueel niet bevredigt. En hoe natuurlijker de vertaling klinkt, hoe groter de kans is dat die niet goed spoort met de muziek.

Dat leidt eens te meer tot de conclusie dat een uitvoering van een muziekwerk in een andere dan de oorspronkelijke taal nauwelijks mogelijk is. De vraag is waarom men aan een vertaling de voorkeur zou geven boven het origineel. “De teksten die altijd in het Duits klonken, komen nieuw binnen, zegt Borkent. ‘Een aantal jaren geleden hertaalde ik al koralen van Bach. Toen die op cd werden opgenomen, was er een koorlid dat wel de Duitse teksten wilde zingen, maar niet de Nederlandse. De Nederlandse tekst was te confronterend. Het Duits is een cultuurscherm dat wordt opgetrokken’.” Dat is een interessante waarneming, die laat zien dat de werking van een tekst mede afhangt van de mate waarin de taal vertrouwd is. Het is algemeen bekend dat zelfs mensen die hun halve leven in een ander land wonen dan waarin ze geboren zijn en elke dag een andere dan hun moedertaal spreken, toch tot hun taalkundige wortels terugkeren wanneer het om heel persoonlijke dingen gaat.

Dat maakt een uitvoering van Bachs Matthäus-Passion in een echt goede vertaling, die het origineel zoveel mogelijk recht doet, in elk geval interessant. Bij voorbaat kan al vastgesteld worden dat in Borkents vertaling de intenties van Bach beter tot hun recht komen dan in de ‘hertaling’ waaraan Jan Rot zich heeft schuldig gemaakt. Vooral voor uitvoeringen ‘in den lande’, bijvoorbeeld van amateurgezelschappen, zou de door Borkent gemaakte vertaling van belang kunnen zijn. Maar ondanks alle goede bedoelingen hoop ik toch dat ook in Nederland Bachs Matthäus-Passion in de regel in de originele taal zal worden uitgevoerd. Als je op de eerste rang kunt zitten, waarom zou je dan met de tweede genoegen nemen?


Reacties

  1. Een verminking kan de “hertaling” van Jan Rot zeker niet worden genoemd. Het lijdensverhaal wordt juist intenser door de woordkeus en context. Als niet belijdende katholiek (maar goed, de EO is natuurlijk Ketters) werd ik gegrepen door het verhaal, en begreep voor het eerst in 45 jaar hoe Maria moet hebben geleden. De intensiteit van de tekst doen nog steeds tranen in mijn ogen komen. Maar goed, Maria is meer iets van de Katholieken…..
    Ik zal met interesse naar de nieuwe vertaling luisteren

  2. In mijn leven heb ik al zovele uitvoeringen van de Mattheus en Johannes passion bezocht, omdat ik van goede muziek houd en ook uit geloofsbeleving. Er gaat niets boven de oorspronkelijke duitse versie; al het andere andere voelt bij mij als een soort surrogaat. Dat geldt niet allen voor Bachstukken maar nog veel meer met, zeg maar, de nieuwe opvoeringen van psalmen en geestelijke liederen in moderne/pop-stijl. Er wordt wat afgebroddeld tegenwoordig op het terrein van geestelijke muziek.
    Op ons koor zingen we regelmatig teksten van Ria Borkent en inderdaad heb ook ik wel eens het gevoel ‘dit komt erg dichtbij’, maar ook wel ‘doe niet zo overdreven’ in evangeliserende beeldspraak / verzoenend lijden van Christus. Soms pinkt er een koorlid een traantje weg van de emoties die sommige stukken oproepen en dat is goed. Maar er zijn ook wel eens koorleden opgestapt omdat hertaalde teksten van (andere) dichters niet meer overeen kwamen met het persoonlijke (gereformeerde) geloofsgevoel. De teksten lopen altijd goed bij Ria en begrijp je beter wat je zingt. Ik zie uit naar deze nederlandse versie, maar met gemengde gevoelens. Wellicht zal het luisterpubliek wat minder gemengd en breed worden door de brede rode (belijdenis)draad… door juist die roots van ieder persoonlijk. Het moet een verrijking worden en geen verarming. Welkom.


Geef een reactie op J.M Schipper Reactie annuleren

Categorieën